vocale kunsten

 

En hier ben ik weer…

Deze keer wil ik jullie graag iets vertellen over mijn vocale kunsten.

Ik kan namelijk blaffen, zingen, kletsen, collie chanten en zoveel meer. Volgens de sukkels moet ik ook altijd het laatste woord hebben en kan ik ook prima mompel keffen. Een mompelkef is een soort binnensmuils voort blaffen, met gesloten kaken, waarop ik overga als de sukkels zeggen dat ik moet zwijgen.

Als koning van mijn grondgebied en mits het juiste publiek en de nodige aandacht voor mijn podiumkunsten, ben ik een geweldige waker. Werkelijk een alarminstallatie hors categorie. Zo neem ik het wacht houden aan de hoge haag langs de voortuin bloedserieus. Mijn koninkrijk ligt nl. tussen de bossen en aan een baan, waar wel wat voetgangers en fietsers langskomen. In mijn overactieve jeugdjaren stoorden de sukkels zich eraan dat ik iedereen duidelijk wou maken dat ze mijn imperium voorbijkwamen. Na wat geklungel van hunne zijde om mij duidelijk te maken dat ik na “STIL” of “IS GOED” moest stoppen met blaffen, wat ik uiteraard wel begreep, maar toch maar liever verkoos te negeren, werd er weerom mijn gedragstherapeut Luc bijgehaald. Die kwam aanzetten met iets heel geks. Een stel metalen schijfjes aan een elastiekje. Moesten ze ermee rammelen om mij het zwijgen op te leggen of nee eigenlijk om te voorkomen dat ik mijn goddelijke vocale blafsalvo’s zou gaan inzetten.

Zoals jullie weten, heb ik met Luc wel een beetje een verstandsverhouding en weet ik dat ik met hem beter een compromis sluit, want die praat dus mijn taal en is behoorlijk onverstoorbaar. Dus hij ging de sukkels leren hoe de rinkeldingen in te zetten. Ja toegegeven het werkt als een tierelier, zeker omdat er bij elke niet plaatsgevonden blafsessie een lawine aan complimentjes mijn richting uitkomt. En ja jullie mogen het weten, het zal jullie verbazen maar ik heb nogal een groot een zeer aaibaar ego.

Maar nu komt het…menig schoolkind of buurtbewoner passeert hier dus en ze hoorden die rinkeldinges gaan en mij niet meer blaffen…tot de sukkels die dingen weleens niet bij de hand hadden en zij er dan op had gevonden om “Tsingeling” te zeggen in de plaats. Uiteraard snapte ik ook wel wat ze daarmee wilde zeggen en zweeg toch maar. Wel de habituele passanten begonnen dat op te pikken en weet je wat er gebeurt. Iedereen die mij kent en mijn koninkrijk passeert roept nu “Tsingeling”. Ik ben een lokale beroemdheid zeg maar.

Van andere orde is mijn zangkunst, welke ik graag mag inzetten bij melodieuze bewerkingen van mijn eigenste naam. Ja ze hebben een reclamespotje waarin ik voorkom. De sukkels zeggen dat het om slaatjes en beleg gaat, maar ik zweer het jullie ze roepen “mmmh Délio” en dat elke avond een paar keer vanuit dat ding dat de sukkels de TV noemen. Ik vind dat super geinig, om zo toegesproken te worden met vol enthousiasme en beantwoord dat dan uiteraard vrolijk terug.

Ook muziek kan me bekoren en aanzetten tot vocaal weerwerk. Neem nu “Who Let The Dogs Out”, dat is toch voor ons geschreven, mag ik toch meedoen zeker?!  En ook bij Budapest van George Ezra word ik getriggerd om mee te gaan zingen, vooral in het refrein. De sukkels durven mij ermee uitlachen.

Verder breng ik een zeer verdienstelijke vocale sessie collie chanten ten berde als ik alleen ben met één van de sukkels en ik over de rug van de bank op uitkijk sta en de andere sukkel zie binnenrijden. Als het donker is schijnen de lampen van de auto dan eerst onder de elektrische poort, waarop ik hoor dat het zijn of haar auto is en ik vrolijk kont schuddend al chantend richting de deur loop. De kleine blonde halfgod volgt dan huppelend in mijn kielzog. Chanten onderscheidt zich van zingen omdat ik hier maar enkele hoge klanken van mijn ruime vocale bereik gebruik en deze in een adem herhaaldelijk herneem, tot  de elektrische poort weer gesloten is en wij de tuin in mogen om de teruggekomen sukkel uitgebreid te begroeten en te onderzoeken wat hij of zij voor ons bij heeft en wat er zoal aan vreemde luchtjes aan hangen.


Verder kan je met mij ook het beter gesprek voeren. Of het nu over wereldpolitiek gaat, de benzineprijs, de bestelling van onze geliefkoosde kluifjes, het boodschappenlijstje of wat dan ook, wat de sukkels onder elkaar bespreken of aan telefoon of achter hun schermpjes,…ik kan echt wel mijn woordje meepraten. Ook dat mag weeral niet van die lui. Goed daarop heb ik iets gevonden. Ik neem het meest luide piepspeeltje uit mijn mand binnenspeeltjes en ga daarmee aan de slag. Zo word ik ook gehoord.

Maar als goede babbelkous ben ik ook in voor een één op één gesprek met één van de sukkels. Dan antwoord ik netjes op alle vragen en geef uiteraard mijn geniale inbreng aan de conversatie om lage rustige toon. Soms moet ik de dingen verschillende keren herhalen want het zijn best sufferds.

Tenslotte nog een vast ritueel. Elke avond als de TV aan gaat krijgen Blondie en ik een bordje tapas. Dat zijn allerlei lekkere hondensnacks in stukjes in een bordje gedaan, die hij dan aan ons geeft. Na deze lekkernijen, waarbij ik nauwlettend in de gaten houd of goudlokje en ik exact evenveel van hetzelfde krijgen, ga ik uitgebreid liggen dutten. Dat zet zich in met een zalige kreun als ik lekker op mijn plekje ga liggen. De sukkels vragen dan elke keer “Heeft Elio een goede dag gehad?” en aan het volume van mijn kreun kunnen ze dan het antwoord opmaken, waarna ik luid en diep snurkend richting dromenland afglijd.


Collega collies onze verbale expressie is belangrijk. Laat je dus niet intomen. Ikzelf ben behoorlijk fier op mijn goddelijke lage baritonblaf. Ik heb hier heel hard aan gewerkt. Ook ik was ooit, net als die donkerblonde halfgod een puber met de baard in de keel en zag dat ze hier pret om hadden. Nu wordt mijn blaf gehoord en wie mij niet kent mag al eens denken dat ik een enorme gevaarlijke kolos ben. Nu ik ben de zachtheid en verfijning zelve, net zoals jullie collega’s van dit superieure ras. Dus wees trots op je stemgeluid, train dagelijks en zet je vocaal talent gericht in.

Reacties

Populaire posts