namen noemen voor sukkels

 

Hier ben ik weer en deze keer ga ik jullie iets vertellen over namen, koosnaampjes, bijnamen en hoe de sukkels ons en onze kerntaken durven noemen. Jullie zullen niet geloven wat wij moeten aanhoren en waarnaar wij geacht worden te luisteren.



Eerst even vertellen hoe ik, Elio, aan mijn naam kom. Ik kwam in het leven van de sukkels als pensioengeschenk van haar voor hem. Hij, de mannelijke sukkel, had een stent in één van zijn aders moeten laten steken, had een burn out en had een stevige revalidatie gevolgd. Hij was met prepensioen en ze gingen verhuizen van een gemeente in de Antwerpse rand naar een vrijstaand huis met een grote tuin in de Kempen. Zij zag de bui al hangen en dacht, een hond gaat hem actief en mobiel houden. Toen kwam ik er dus en hij mocht de naam kiezen, mijn naam dus. En dat werd Elio, zoals de Griekse zonnegod en ook wel de toenmalige PS premier van België. Een man wiens verschijning en ideeën, de mannelijke sukkel, als rechtgeaarde Vlaming, een hoge bloeddruk bezorgde. Begrijpen jullie nu een beetje dat deze naamkeuze wel een erg bijzondere lading moest dekken, ik dus, helemaal 100% puur en onversneden collie met goddelijk allures en bloeddruk verhogende eigenschappen…ze kregen wat ze wensten en nog veel meer. Tja “be careful what you wish for”.

Elio werd al snel Eeltje, Eliman, Pelio, den Eelse, Eliot (als zij boos is), Eliventje. Als het daarbij was gebleven had kon ik er nog mee leven, maar daar kwamen dan koosnaampjes bij als De Jos, Mijnheer Koekepeer, Napoleon, Honneponneke (zij natuurlijk weer), onze kastaar, venteke, schatje…en dat arsenaal benamingen werd uiteraard nog uitgebreid toen mijn maatje, de donkerblonde halfgod Orianthi, zijn intrede deed.








Orianthi heeft zijn naam te danken aan de muzikale voorkeur van de sukkels, gecombineerd met zijn prachtige gouden lokken, die refereren naar de zonnegloed. Zonnegod en zonnegloed, wij waren natuur een match made in heaven.

Orianthi is uiteraard ook de Australische singer-songwriter en gitariste, die het podium deelde met o.a. Alice Cooper en die lange blonde haren heeft. 


Vandaar dat Goudlokje zo gevoelig is voor aandacht, poseren en camera’s. Het is echt wel een diva in de dop hoor die kleine.

Orianthi is trouwens ook gezegend door een hele batterij bijnamen. De vrouwelijke sukkel kwam al snel af met  Tjoepeboeleke, wat dan naast Honneponneke wordt gezet, kunnen jullie het je voorstellen wat het niveau van de conversatie dan is?

Orianthi werd bij haar ook als snel Yanti of Yantje en zelfs TjoepeYantje. Terwijl hij het heeft over mateke (nu haalt hij er weer eentje van die partij bij en dan is hij verbaasd dat Orianthi graag de populaire jongen uithangt) en venteke.  Ik vraag jullie, zijn die mensen serieus?!

Daarnaast werd ook nog DC toegevoegd, wat staat voor dwergconifeer. Mijn maatje was als pup geweldig fluffy en maakte de fout zich in een rijtje aangeplante coniferen te zetten. Zijn vacht deinde mee in de wind op de maat van de takken van die boompjes. Toegegeven het was een vrij hilarisch zicht. Ook Baron wordt weleens gezegd, omwille van zijn statige manier van poseren en of over zijn erf struinen (sterallures heet zoiets) en Orio als verkorting uit de koekjesdoos.

Voor ons samen hebben ze dan Mante en Kalle, double trouble, de collieclub, C2, de grote en de kleine, de twee Jossen en black &withe bedacht.

Wandelen noemen ze kuieren, ’s avonds krijgen we tapas als zij TV kijken, als wij tekenen vertonen van diepe smart (terwijl we eigenlijk niet echt ziek (meer) zijn) spreken ze van colliedrama en ons eten heet “quenelle(ke)s”. Die tapas, dat is een bordje in stukjes gesneden hondensnacks. Quenelles, dat komt weer van haar. Ons eten, KVV van Degomeat, wordt netjes op een plat bord in hoopjes gelegd, die worden gevormd met twee lepels. Op restaurant noemen ze dat soort van dresseren dus quenelles. Haar tweetalige opvoeding kwam er weer door natuurlijk. En ik geef ruiterlijk toe dat ik op deze serveer etiquette sta en het bord dient ook op de juiste hoogte te worden aangeboden. Eigen schuld, ik ben de zonnegod en noblesse oblige of wat hadden jullie gedacht. 

Als we overdag een dutje doen, noemen ze dat een kleine dodo. Als we ons laatste rondje hebben gedaan (de nachtwacht) krijgen we nog een late night snack en dan is het tijd voor de grote dodo. Als het warm is buiten doen wij een siësta, dat is dan een langere dodo onder de airco. Bij onweer komt het dondermannetje. 

Collega’s, moeten jullie ook dat soort gebrabbel aanhoren? Zijn jullie sukkels ook altijd druk over jullie aan het corresponderen over jullie langsnuitjes heen? Denken ze ook dat jullie niet weten dat het over ons gaat? Wij zijn het allerbelangrijkste in hun leven, dus wij gaan er toch vanuit dat wij de hoofdrol spelen in hun conversaties, plannen en dromen, welke naam of toenaam ze er ook op plakken.  Dat is zonneklaar toch.

Reacties

  1. Heerlijk! Wat een geweldig verhaal weer. 👍😂

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Weer ontzettend genoten. En nee, mijn sukkels noemen mij gewoon Gordy, of Gordo n wat mij echte naam is. De vrouwelijke sukkel noemde mij vroeger Houdini vanwege mijn neiging te ontsnappen toen. Zij noemt mij liefje, schatje, mooie Gordy, brave jongen enz. Bij het borstelen en aaien zegt zij heel vaak Gosshie, Goshie, terwijl ik geniet maar wat dat moet betekenen weet ik niet. Maar leuk dat zij zoveel bijnamen voor jullie hebben, jullie spelen ook de hoofdrol in hun gesprekken zoals het hoort bij zulke goden zoals wij.
    De mannelijke sukkel noemt mij wel een doerak, maar dan zegt de vrouwelijke sukkel. Tja, maar hij is MIJN doerak.
    Uiteraard zijn zij voornamelijk bezig met mij en mijn welzijn zoals het hoort, en al
    krijg ik geen quenelles, mijn eten moet gevarieerd zijn en dat heeft zij geleerd. De mannelijke sukkel moet dat nog steeds goed ingepeperd krijgen, maar hij gaat het eindelijk een beetje begrijpen. Want anders weiger ik natuurlijk.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts