Vakantie

 

Hier ben ik weer en deze keer ga ik jullie meenemen op vakantie.

Jullie kennen dat wel, minstens één keer per jaar, valt het leven zoals we dat kennen stil en moet plots alles anders. Ziek zijn de sukkels dan niet, afgezien van de gebruikelijke mentale waan, waar wij inmiddels aan gewend zijn. Nee ze nemen vakantie.


Hoe ziet dat eruit? Wel ze staan later op. Soms moet ik zelfs met een duidelijke blaf laten verstaan dat ik dringend naar buiten moet voor mijn noodzakelijke boodschappen. Ze gaan later slapen (ik moet ze soms heel uitdrukkelijk aangeven dat het voor mij bedtijd is en dat ze moeten opkrassen uit mijn hoofdkwartier, wat zij de woonkamer noemen), eten op rare tijdstippen en gaan vaker een tijdje weg om dan ruikend naar vreemde spijzen en dranken mijn koninkrijk weer te betreden. In hun boodschappentassen zitten plots dingen met een vreemde geur en smaak, waar ik uiteraard het mijne van moet weten.

Laatst hadden ze kipfilet met Mexicaanse kruiden mee. Wel ik moet toegeven dat ik het hemels vond. Ik hoorde ze schamper tegen elkaar zeggen “je moet het wel zelf eten…het schijnt lekker te zijn”, terwijl Goudlokje en ik het bakje met veel smaak naar binnen smikkelden. Eten zij toch lekker dat bakje chips, dat lusten wij toch niet.

Zo kwamen ze ook thuis met appelcake. Sindsdien mijn absoluut favoriete guilty pleasure.

Ze brengen dan veel tijd door in de tuin of op het terras en zitten dan allerlei boeken en tijdschriften te lezen, waarbij wij dan in hun onmiddellijke nabijheid een dutje doen, terwijl we hen uiteraard onder toezicht houden. Ze zeggen dan dat wij slapen “als de muizen in het meel”, waarmee ze bedoelen dat wij bij de minste beweging meteen paraat staan om te kijken wat er aan de hand is.

Bijkomend symptoom van de vakantie is een pauze in de stroom bezoekers aan wat zij, de praktijk noemt. Dat is de ruimte in huis, waar wij niet mogen komen en waar zij met mensen praat. Ik ben daar eens binnen geslopen en heb toen goed rondgekeken. Er staan zeteltjes, flesjes water, zakdoeken, er hangen schilderijen en er is zacht licht, er is een bibliotheek met boeken. Er hangt een vreemde sfeer, wat zij rustgevend en warm noemt. Ik begrijp niet waarom ik me daar niet mag gaan bemoeien, want ik heb heel veel te vertellen in normale conversaties hier in huis. Ze zeggen dat ik een babbelkous ben, die altijd het laatste woord moet hebben. Ik telefoneer ook graag actief mee. Maar dat schijnt ook niet te mogen. Net zo min als ik mee mag facetimen of zoomen, schijnt het.


Maar goed in de vakantie, geen bezoekers voor haar praktijk. Verder valt ook op dat ze altijd in reces gaan als het warm is. We lopen dan te puffen en te zuchten. Jullie weten dat het sukkels zijn, want ik moet dan de oplossing letterlijk onder hun neus schuiven. Ik ga luid liggen hijgen en kreunen onder de airco in mijn hoofdkwartier, tot één van hen die luchtstroom opzet en ik aan mijn verkoelend schoonheidsslaapje kan beginnen.

Als het me te frisjes wordt, verleg ik mezelf uit de stroom. Vind ik het echt te koud, dan dribbel ik naar buiten en kijk hen verwijtend aan. Na een tijdje valt dan hun kwartje en zetten ze de luchtstroom uit.

Door de hitte is ook ons hele dagschema overhoop gehaald. Kuieren is plots een laatavond activiteit en bij voorkeur in het bos, tijdens de grootste hitte van de dag houden wij dus siësta onder die airco. Pas na 17u komen wij tot leven. Ik steek dan mijn goddelijke langsnuitje buiten aan de achterdeur en toets nauwkeurig af of ik mij naar buiten zal begeven. “Kijk het ventje komt buiten, schoon volk” klinkt het dan. Orianthi is meestal al veel vroeger op pad, want hij heeft zijn portie voetballen en piepkipje spelen heel hard nodig. Soms hijgt hij zo hard of is het zo warm, dat hij naar binnen gestuurd om af te koelen en te rusten.



Verder verschijnen ze ineens ook in de gekste outfits, zij noemen dat kleren. Hij in korte broek en met zo’n gek ding op zijn hoofd, “een hoedje. Zij met open schoenen (“Elio bijt niet in mijn tenen”) en rokjes waar wij niet onder mogen met onze langsnuitjes, terwijl die dingen daar volgens mij voor gemaakt zijn. En dan zetten ze zo’n donker geval op hun kop, een zonnebril, heet dat. Als je het mij vraagt, geen gezicht hoor. Weten jullie trouwens dat ze mij ook zo’n ding wil gaan opzetten. Ja, ik heb kort geleden een ontsteking gehad aan mijn oog en als ik in de felle zon loop, traant mijn oog een beetje. Wat denken jullie? Is dat cool zo’n zonnebril? Jullie begrijpen dat ik niks ga doen wat mijn imago van mooie donkere oppergod kan schaden.



Wat ook een stijlbreuk is met de rest van ons gestructureerd colliebestaan, is het zomerse autoverbod. Plots heet het “veel te warm in de auto, het is een bakoven. Jullie blijven lekker koel binnen”.

 

Nog zo’n gek ding dat bij de zomer blijkt te horen, is het toegenomen lawaai in de omgeving van mijn koninkrijk. Het lijkt wel of de hele wereld daarbuiten een beetje gek geworden is. Luide muziek die knalt van kilometers verderop, uitgelaten jongeren op fietsen en van die enge brommertjes, die met veel lawaai en gejoel voorbij mijn erf razen en zelfs een twee dagen durend kabaal van motoren, dat kilometers verderop aan de hand is (jaarlijkse motor cross op de Keiheuvel in Balen), begeleid door een kerel die heel opgewonden, non stop, dingen door een microfoon roept. Dat is een ding om klank luider te laten klinken, heet het. Waarom roept die man dan tegen dat ding? Weet iemand dat?

En het ergste is, wij mogen niet blaffen of reageren op al deze prikkels en onrust.

Dan sta ik ’s avonds rustig mijn goddelijke zelf te bewonderen in de weerspiegeling van de achterdeur aan de veranda, als ik zo’n herrie hoor. Ik denk dan meteen dat daar toch wel een passende reactie op mag volgen en zet mijn diepste en luidste bariton blaf in. Soms gesteund door de backing vocals van Blondie, hoewel die weinig blaft. Hij laat mij de klus opknappen. Die twee veren dan recht en proberen mij het zwijgen op te leggen “Nee Elio, stil, nee ook niet grommen of mompel keffen en niet gillen. De mensen slapen en wij willen RUSTIG tv kijken” Klopt dus voor geen meter hé. Als de mensen zouden slapen, dan zou ik niet blaffen, want dan zou er geen herrie zijn…hoewel, de mannelijke sukkel maakt een hoop herrie in zijn slaap, maar dat heet dan snurken. Ze beschuldigen mij er ook van en ze zeggen dat ik ook geluiden en bewegingen maak in mijn slaap. Kortom ik droom.

En weten jullie waarvan ik droom? Van de herfst, alles terug naar normaal. We zijn er bijna, lekker veel wind door mijn vacht, koele temperaturen en dwarrelende blaadjes, dat is toch veel leuker dan die hitte.

Dus collega collies, houd moed, straks is het terug “ons weer” en loopt alles weer netjes zoals het hoort. Houd jullie langsnuitjes koel en jullie fratsen warm.

Reacties

  1. Gordy is het volledig met je eens. Rare mensen zijn het toch?! Maar hier ook. Moet er vroeg in de ochtend worden gelopen en laat op de avond, en siesta houden terwijl hij wilt spelen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hier hetzelfde liedje.Te warm en uit hun dagelijkse doen.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts