mensen in soorten
Hier ben ik weer.
En deze keer wil ik jullie graag iets vertellen over omgaan
met mensen.
En uiteraard zijn die er in categorieën.
Eerste categorie zijn, hoe kan het ook anders, de sukkels.
Zij noemen zich baasje en vrouwtje of mama en papa of iets
van die strekking. Maar jullie weten intussen ruim en breed waarom ik ze
steevast sukkels noem.
Ze wonen in mijn koninkrijk en staan in voor mijn hofhouding,
mijn welzijn, mijn veiligheid, mijn vertier en gezondheid.
Over al hun beperkingen en gebrek aan logica heb ik jullie al
eerder verteld. Maar zij zijn naast de dierenarts en mijn persoonlijke
trimster, ook de enige die zomaar aan mijn goddelijke lijfje mogen komen. Wat
uiteraard niet betekent dat ze te pas en ten onpas aan mij moeten prullen en
frullen. Ik ben tenslotte Goudlokje niet. Mijn uitingen van genegenheid en
affectie worden gedoseerd en afgemeten geschonken en het liefst binnen een
afgelijnd vast ritueel.
Bij het begroeten, bij het in ontvangst nemen van een
smakelijk sigaartje en bij het starten van de dag. Dan speel ik zeteltje met
hem en baby hondje met haar. Of als ik mijn poot of langsnuitje op één van hen
leg, zodat ze mij een deugddoende massage met buikje en oortjes kriebelen
kunnen geven.
Goudlokje daarentegen, die hangt de hele dag tegen hen aan te
schurken en loopt al flodderend en kusjes gevend van de ene naar de andere
sukkel.
Ik behoud mijn colliewaardigheid. Dus handen thuis. Ik zal
wel aangegeven wanneer ik van enige toenadering gediend ben.
Het is ook niet omdat ik op of aan hun voeten ga liggen, dat
ze aan mij moeten zitten frullen. Ik lig daar om toezicht en overzicht te
behouden. Zo weet ik wanneer ze zich weer eens verplaatsen en ik hen voor één
van hun onvermijdelijke fratsen moet behoeden. Ik ben tenslotte een herdershond
pur sang.
Maar goed de sukkels behoren tot mijn inner circle.
Daarbuiten heb je dus alle andere mensensoorten.
Een eerste categorie zijn de over enthousiaste wezens. Dat
zijn degenen die "kijk een zwarte Lassie!" roepen en daarbij aanstalten
maken over mij te gaan hangen of geknield op mijn ooghoogte contact willen
maken. De sukkels weten inmiddels dat ik
daar hoe dan ook niet van gediend ben.
Nee, je mag mij niet zomaar aaien en blijf vooral van mijn
welgevormd en uiterst intelligent colliekopje en langsnuitje.
Ik hoef ook jouw gezicht niet tegen het mijne aangedrukt te
krijgen en geef ook geen kusjes aan wildvreemden. Doen jullie dat wel soms?
Goudlokje heeft hierop een heel andere visie.
Orianthi is dan ook een geweldige mensenvriend en staat graag
in de schijnwerpers. Liefs nog poserend voor de camera. Hoewel hij vreemden
eerst heel behoedzaam en schijnbaar verlegen begroet, zorgt hij er wel voor dat
hij "gezien" wordt. Al van zijn prille puppyleventje weerklinkt
overal "kijk eens wat een mooie hond. Het lijkt wel een
leeuw/beer,.." "kijk eens een echte Lassie" (ja want ik ben een
tricolor en dat kennen ze natuurlijk niet. Ik ben dus een zwarte).
Weten jullie trouwens dat we dikwijls aangesproken worden, de
mannelijke sukkel en ik, als we op stap gaan. Dan komt de gekende vraag
"welk ras is dat, zoveel haar?". Waarop fier weerklinkt "een
Schotse herder, een langharige collie". En dan gebeurt het. Het antwoord
komt "dat ken ik niet". Waarop hij zegt. "Een
Lassie"."dat kan niet hoor, die zijn ros", is dan steevast het
vervolg . De mannelijke sukkel is deze dialoog inmiddels een beetje beu en
antwoordt dan steevast en met een heel serieus gezicht "ja, mijn vrouw
heeft hem verkeerd gewassen, erg hè".
Waarna ik kontschuddend mijn rondje verder zet.
Maar goed. Orianthi is er anders dan ikzelf, wel van gediend
als vreemden hem aaien en knuffelen en hij doet alles voor zijn portie aandacht
en bewondering. Die voert dus een show op en belandt zo geregeld op de foto.
Bij de categorie overenthousiaste menselijke wezens is
Orianthi compleet in zijn sas. Laat hem los op de hondenschool en hij gaat het
rijtje bezoekers af en gunt de aanwezige vierpotige soortgenoten geen blik.
Mij hoeven ze aan al die prikkels niet bloot te stellen. Ik
hoef geen vreemden van de menselijke of eigen soort.
Een andere categorie zijn de menselijke wezens die bang zijn
voor honden.
Ja, jullie raden het. Ik vind dit een geweldige soort. Ik
weet uiteraard dat ik een imposante verschijning ben met dito zware blaf. Ik
mag er dan ook genoegen in scheppen om, weliswaar van op veilige afstand,
dergelijke angsthazen een beetje te prikkelen. Ze beginnen dan alles te doen
wat ze eigenlijk moeten vermijden. Springerige stappen maken, hoge stemmetjes,
ongecontroleerde afwerende bewegingen,... Eigenlijk zendt hun lichaamstaal uit
dat ze met ons willen spelen. Maar collega's, vooral niet op ingaan, tenzij je
een hysterische mens wil zien.
Orianthi is met zijn hoge aaibaarheidsfactor de ideale
remedie tegen "ik ben bang voor honden" gevallen. Al meermaals gezien
dat ze na enige tijd heel voorzichtig een aai durven geven aan die hoogblonde
charmeur.
En dan zijn er nog de mensen die niks met honden hebben, ze soms
zelfs vies vinden. Ooit meegemaakt toen ik met de vrouwelijke sukkel buiten aan
de natuurvoedingswinkel op hem stond te wachten. Kwam er een gezin voorbij met
de opmerking "bah een hond". Ik keek naar de vrouwelijke sukkel duwde
mijn langsnuit tegen haar aan, ten teken dat ik een kusje wilde. De blikken van
dat stel. "jakkes die kust een hond".
Bij Orianthi komt het gedrag van deze mensen binnen als een
persoonlijke afwijzing. Hij gaat klieren en pruilen en je ziet hem zielig
worden. Hij beseft nog niet dat niet heel de wereld hem geweldig en
onweerstaanbaar vindt, de Adonis.
Tenslotte heb je ook nog de mensen die met honden werken of
er mee kunnen omgaan.
Die willen meestal graag met ons kennis maken, maar laten het
initiatief netjes aan ons. Die blijven kalm stil staan en mogen we rustig
besnuffelen. Geen onverwachte bewegingen of rare sprongen. Daar kan ik als
beweerde autist wat mee. Die respecteren netjes mijn grenzen en bijgevolg mogen
ze me zelfs even aaien. Dat je een hond niet aan de kop aait, weten zij natuurlijk
ook. Dat zijn prettige ontmoetingen voor mij.
Orianthi geraakt hierbij soms ook van slag door het
schijnbaar gebrek aan enthousiasme in hun reactie op zijn toenadering en zijn
showgehalte. Hij gaat dan heel erg knuffelig en kleverig doen bij één van de
sukkels. Maar uiteindelijk krijgt hij toch zijn gewenste portie aandacht van
ze.
Ja collega's, mensen, vertel er ons wat over hoor. Je hebt
een lang hondenbestaan nodig om dat verregaand onlogische en chaotische gedrag
enigszins geordend te krijgen, laat staan te begrijpen.
Maar we hebben geen keuze. Ga vooral niet uit van rechtlijnig
gedrag en kijk verder dan hun gebaren en vocale uitingen.
Laatst zag ik weer zo'n vermakelijk tafereel. Vrouw wou hond
doen stoppen met aan haar mouw trekken. Ze begon als een wilde haar arm weg te
trekken en gilde hierbij met hoog piepstemmetje "nee Gucci, dat mag niet,
foei, laat dat, mag niet" en maar trekken en sleuren en gillen. Gucci vond
het een heel fijn spelletje. De vrouw vroeg zich vertwijfeld af waarom Gucci
niet luisterde.
Lachen hè collega's! Die mensen toch. Ze zijn zo hard de
sigaar.
Geweldig leuk verhaal weer! 😄👍
BeantwoordenVerwijderen